Voorzitter Harry Roskam van de Nederlandse varenvereniging |
LEIDEN/SOESTERBERG - De bescherming van planten en dieren in Nederland is
soms te strikt. Dat zegt varendeskundige Harry Roskam van de Hortus Botanicus
na de redding van ruim 10.000 zeldzame blaasvarens (Cystopteris fragilis) van
legerkamp Soesterberg.
De Leidse Hortus kreeg 200 plantjes. Die zijn uitgeplant in de varentuin
van de Hortus en ze lopen goed uit, maar ondanks alle zorg die hij in de
varentuin aan de planten kan besteden, verwacht Roskam weinig van het succes op
de lange duur. ,,Het is gewoon niet hun plekkie.''
In 2007 vonden ecologen tijdens een routine-inspectie op een parkeerplaats
van de legerbasis Soesterberg ruim 10.000 blaasvarens. Dat was heel bijzonder, want op dat moment waren er slechts 750 planten bekend. Blaasvarens houden van kalk, schaduw en vocht en vonden precies die combinatie onder 155 DAF legervrachtwagens die bestemd waren voor de verkoop.De vondst stelde
Defensie voor problemen, want zolang de varens er stonden, konden de viertonners niet weg. Twaalf trucks stonden tot november vorig
jaar vast.
"Achteraf blijkt de blaasvaren helemaal niet zo zeldzaam", zegt Harry Roskam. In Zuid Limburg is de soort "massaal"aanwezig op storthopen van vuursteen uit de mergelgroeves. Elders in Europa zijn blaasvarens algemeen voorkomend; in IJsland is het zelfs de meest voorkomende varen. Overplaatsen van een bedreigde wilde plant naar een Hortus is soms de enige mogelijkheid om de soort te behouden, maar in dit geval betwijfelt Harry Roskam of de "heisa"nodig was.
Ook coördinator Muurplanten Valentijn ten Hoopen van de Koninklijke
Nederlandse Natuurhistorische Vereniging in Amsterdam twijfelt aan het nut van
de actie. Zijn organisatie kreeg vijftig planten, die de vrijwilligers
uitplantten in de kademuren in Amsterdam. Daarvan leeft er nog één aan de Westerdoksdijk aan het IJ, zegt hij, Uitplanten "lijkt te veel op tuinieren", vindt Ten Hoopen. Opvallend genoeg telde de KNNV in 2011 negentien kades in Amsterdam waar blaasvarens uit zichzelf tot wasdom zijn gekomen.
Blaasvarens en een tongvaren (rechts) op een Amsterdamse kademuur. |