donderdag 31 maart 2011

Varens in de (water)put

Ooit, lang voordat het waterleidingnet in Nederland werd aangelegd, was men voor drinkwater aangewezen op grondwater op plaatsen waar het oppervlaktewater van mindere kwaliteit was.
Er werden waterputten aangelegd waar schoon oppervlaktewater niet direct voorhanden was. Bij veel boerderijen zijn nog van die echte ouderwetse waterputten te vinden. In Gelderland bijvoorbeeld. Daar hebben Louis-Jan van de Berg en Benno ter Linde alle waterputten bij boerderijen bekeken en geïnventariseerd op varengroei. Het blijkt dat in deze waterputten, welke niet van een deksel zijn voorzien, bijzondere en zeldzame varensoorten voorkomen.


Boerderij met waterput in de buurt van Ruurlo
Gelderse zeldzame muurflora boven water


Met een uitgebreid onderzoek naar muurplanten in Gelderland zijn de afgelopen jaren veel nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten boven water gekomen. Dat kunnen we letterlijk nemen, want voor het eerst is ook consequent gekeken naar opmerkelijke standplaatsen voor deze soorten: waterputten.
Nog niet zo lang geleden is een bericht verschenen over de ontwikkelingen van de muurflora in de stad Delft. Maar deze keer kan er melding gedaan worden dat de hele provincie Gelderland is onderzocht door floristen. Benno ter Velde en Louis-Jan van den Berg doorkruisten daarvoor de afgelopen vijf jaar de provincie en legden de vindplaatsen van planten op stenig substraat vast. In hun rapportage "Muurplanten in Gelderland" geven ze blijk van intensief onderzoek naar het voorkomen van (varen) planten en mossen op tal van stenen standplaatsen.

Adiantum pedatum (Hoefijzervaren), Athyrium felix femina (Wijfjesvaren) en Asplenium scolopendrium (Tongvaren) in  een waterput bij Doesburg.
Daarbij gingen ze "uitputtend"te werk, want naast kaden, muren, kribben, bruggen en begraafplaatsen kwamen ook straat- en waterputten in beeld. Vooral de waterputten bleken een nieuwe bron van ontdekkingen te zijn. Er werden er honderden van getraceerd waaronder vele tientallen beschermde Tongvarens, maar ook enkele waterputten met de nog zeldzamere Zwartsteel en Schubvaren. Het onderzoek beperkte zich niet tot de muurflora in strikte zin. Ook tientallen andere plantensoorten - die niet aan muren gebonden zijn, maar daar incidenteel wel voorkomen - konden worden genoteerd.

Vervallen waterput met Vlier en Tongvaren voor een boerderij in Angeren
De vraag hoe de muurflora in Gelderland zich verder ontwikkelen gaat, kunnen beide onderzoekers nog niet beantwoorden. Ze hebben weliswaar ook oudere gegevens en literatuur in hun onderzoek betrokken, maar voorheen werd de muurflora niet zo systematisch onderzocht. Voor veel soorten wordt wel een toename vastgesteld, maar met de kanttekening dat de verhoogde onderzoeksintensiteit bij de recente gegevens een deel van de verklarende factor is. Beide onderzoekers zien de huidige rapportage dan ook vooral als een verantwoord startpunt om toekomstige ontwikkelingen goed te kunnen volgen. We hopen dat de Gelderse flora "in de put"kan blijven zitten en daarbij het hoofd goed boven water zal kunnen houden.

Waterput bij Beuningen
De complete tekst en uitgebreide rapportage staat elders op onze website en kunt u vinden door de volgende hyperlink aan te klikken:

http://www.nederlandse-varenvereniging.nl/pdf-bestanden/Algemeen_4.pdf

Tekst bewerkt, Bron Muurplanten in Gelderland, Benno ter Linde en Louis-Jan van den Berg

maandag 7 maart 2011

Plant een varen en haal de arseen uit uw tuin!

Steeds meer wordt bekend dat bepaalde plantensoorten ingezet kunnen worden bij het "schonen" van vervuilde grond.  Een opmerkelijk bericht dat al in 2004 werd gepubliceerd in een natuurblad in Noord Amerika betrof de reinigende werking van bepaalde varensoorten waar het gaat om bodemverontreiniging, met name door arseen, willen we u dan ook niet onthouden.


Pteris vittata
Bepaalde varenspecies hebben een voorkeur voor arseen ontwikkeld. Van Arseen is bekend dat het tijdens de middeleeuwen en de renaissance hét middel was om iemand te om te brengen. Arseen blijkt ook een geliefd moordwapen  in de romans van Agatha Christie. Deze dodelijke metalloïde kan na langdurige blootstelling, zelfs bij minieme hoeveelheden,  leiden tot kanker, diabetes, verdikking van de huid, lever-en vaatziekten en/of ook spijsverteringsproblemen . Voor de betreffende varenssort zelf is het misschien wel de beste voedingstof. 
Wie echter om het huis, in je tuin, onder druk behandeld hout van voor 2004 heeft toegepast, of het nu gaat om een buitenterras, speeltoestel, bank, schutting of plantenbak, dan is de bodem van je tuin ongetwijfeld verontreinigd met arseen. 
Het tuinhout van toen werd geimpregneerd met chroom-koper-arsenaat (CCA) om  aantasting door insecten of rot tegen te gaan.  Uit het met CCA behandeld hout  heeft gedurende  de afgelopen jaren arsenicum kunnen lekken in de grond.
Maar nu eerst even terug naar de varens. In een studie gepubliceerd in het februarinummer 2001 van het tijdschrift Nature (PDF), vermeld dat onderzoekers van de Universiteit van Florida ontdekt hebben dat  Pteris vittata in natuurlijke omstandigheden voorkomt waar van nature 200 x zoveel  arseen  in de bodem voorkomt dan normaal met gevolg dat wortels en bladeren vele malen meer arsenicum bevatten dan welke andere plant dan ook. Hetzelfde onderzoeksteam ontdekte later dat er in hetzelfde geslacht meer varens voorkomen met een voorkeur voor arseen. Echter voor Pteris vittata alleen is er een licentie afgegeven voor commerciële toepassing en verkoop. Een in Virginia gevestigde bedrijf bekend als Edenspace nu eigenaar van het octrooi voor deze varens, brengt ze als "Edenfern" op de markt.
Omdat het arseen zich vooral in de veren van de varenplant ophoopt, kunnen de veren "geoogst"worden en kunnen de veren in plastic zakken verzameld worden en vervolgens verder als chemisch afval worden afgevoerd en verwerkt.
Bron: Jasmin Malik Chua, Jersey City, Verenigde Staten.


En dan al verder zoekend blijkt ook in China een dergelijk 
onderzoek te hebben plaatsgevonden getuige het volgende artikel gepubliceerd door de Faculteit van bio-onderzoek van de Mie Universiteit in Peking.


Een vijf jaar durende zoektocht naar inheemse planten welke giftige stoffen uit het milieu kunnen helpen verwijderen is beëindigd. Het onderzoek werd uitgevoerd door een team van Chinese wetenschappers.
Het team bestaande uit zestig personen heeft meer dan 5000 planten gescreend om te kijken welke daarvan in staat zijn om verontreinigende stoffen zoals arseen en andere zware metalen uit de grond op te nemen.
De Chinese academie van Wetenschappers (CAS) heeft aangegeven dat het Ministerie van Wetenschap en technologie de bevindingen van het onderzoeksteam zullen worden overgenomen en worden toegepast.
Volgens het CAS komt bij meer dan 20% van de landbouwgrond in China vervuiling voor van zware metalen, wat per jaar voor consumptie een gemiddeld verlies van tien miljoen ton graan tot gevolg heeft.
De onderzoekers hopen nu de verontreinigde velden te kunnen ontsmetten met behulp van planten uit de samengestelde lijst. De gifstoffen kunnen na "oogst"veilig worden vernietigd. Voordat het onderzoek werd ingesteld was al bekend dat er over de wereld honderden planten voorkomen die in staat zijn om vervuilde stoffen te absorberen. Daarbij was China buiten beschouwing gelaten en niemand was bekend welke  in China voorkomende planten het kon betreffen aldus Chen Tongbin, hoofd onderzoeksteam, van het Instituut voor Geografisch Wetenschap en  Natuurlijk Bronnen Onderzoek (IGSNRR). 
In die afgelopen 5 jaar heeft Chen's team duizenden plantensoorten op deze eigenschap gescreend en vervolgens methodes ontwikkeld en beproefd voor het veilig verwerken van de planten na toepassing.
Volgens Lei Mei van de IGSNRR is er een geavanceerde techniek ontwikkeld voor de verwerking van planten met een hoog gehalte aan zware metalen om herhaalde vervuiling te voorkomen. Daarnaast levert deze methode een besparing op van meer dan 90% ten opzichte van het gebruik van chemicaliën bij het schonen van de grond. Wellicht is het in de toekomst mogelijk om andere planten genetisch te modificeren waardoor het bruikbaar aantal planten voor verschillende biotopen kan toenemen.